De wereld van digitale kunst is de afgelopen jaren opgeschud door een fenomeen dat zowel bewondering als scepsis oproept: NFT’s. Non-Fungible Tokens hebben de krantenkoppen gehaald met recordverkopen en beloftes van een revolutie voor kunstenaars. Maar te midden van de opwinding klinken ook kritische geluiden over speculatie, milieu-impact en de vraag of dit alles meer is dan een tijdelijke hype. Als kunstliefhebber met een fascinatie voor de kruising tussen traditionele expressie en digitale innovatie, volg ik deze ontwikkelingen met grote interesse. Is NFT kunst een blijvende verandering die de spelregels herschrijft, of een digitale luchtbel die op knappen staat?
De belofte van de blockchain: wat zijn NFTs eigenlijk?
Om de discussie te begrijpen, moeten we eerst helder hebben wat een NFT precies is. NFT staat voor Non-Fungible Token, een uniek, niet-vervangbaar digitaal eigendomscertificaat. Waar ‘fungible’ activa zoals een eurobiljet inwisselbaar zijn voor een ander identiek biljet, is een ‘non-fungible’ item uniek, zoals een specifiek schilderij of een huis. Een NFT is dus een stukje code op een blockchain – een gedecentraliseerd, onveranderlijk digitaal grootboek – dat het eigendom van een specifiek (meestal digitaal) object vertegenwoordigt. Het lost een fundamenteel probleem op voor digitale kunst: hoe bewijs je eigendom en authenticiteit van iets dat in principe oneindig kopieerbaar is? Een NFT koppelt een unieke token aan het digitale bestand, waardoor er een verifieerbaar ‘origineel’ ontstaat, goedgekeurd door de kunstenaar zelf. Dit proces van het creëren van een NFT wordt ‘minten’ genoemd en gebeurt vaak op blockchains zoals Ethereum via gespecialiseerde NFT-marktplaatsen.
Een nieuwe dageraad voor digitale kunstenaars?
Voor veel digitale kunstenaars leek de opkomst van NFT’s een droom die uitkwam. Jarenlang worstelden makers van digitale kunst met erkenning en het vinden van een verdienmodel in een wereld waar hun werk makkelijk gekopieerd kon worden. NFT’s boden plotseling een manier om hun werk direct aan een wereldwijd publiek te verkopen, zonder tussenkomst van traditionele galerieën of veilinghuizen. Ik hoorde verhalen, zoals dat van de Nederlandse kunstenaar Jan Robert Leegte, die na jaren van bescheiden succes plotseling aanzienlijke bedragen verdiende door zijn digitale werken als NFT’s te verkopen. Dit illustreert de potentie: kunstenaars krijgen meer controle en kunnen een directe relatie opbouwen met verzamelaars. Een ander krachtig aspect zijn de ‘smart contracts’ die vaak in NFT’s zijn ingebouwd. Deze kunnen automatisch een percentage van de verkoopprijs aan de oorspronkelijke kunstenaar uitkeren bij elke doorverkoop op de secundaire markt – iets wat in de traditionele kunstwereld vaak moeilijk afdwingbaar is. De spectaculaire verkoop van Beeple’s ‘EVERYDAYS: THE FIRST 5000 DAYS’ voor 69 miljoen dollar bij Christie’s in 2021, waarbij de koper zelfs met cryptovaluta kon betalen, bracht NFT’s definitief onder de aandacht van het grote publiek en de gevestigde kunstwereld.
De schaduwkant van de hype: speculatie en kritiek
Naast de beloftes en successen is er echter ook een aanzienlijke keerzijde. De NFT-markt werd al snel gekenmerkt door extreme prijzen en speculatie. Collecties zoals de ‘Bored Ape Yacht Club’ of de verkoop van de Nyan Cat meme voor honderdduizenden dollars voedden het beeld van een oververhitte markt, gedreven door FOMO (fear of missing out) en slimme marketing binnen online communities. Critici waarschuwden voor een zeepbel, vergelijkbaar met een piramidespel, waarbij vroege investeerders profiteren ten koste van latere instappers. Deze zorgen bleken niet ongegrond. Na de piek in 2021-2022 koelde de markt aanzienlijk af. Een analyse van Dappgambl, die tienduizenden collecties onderzocht, concludeerde zelfs dat de overgrote meerderheid van de NFT’s (meer dan 95%) feitelijk waardeloos was geworden in termen van marktwaarde. Dit toont de volatiliteit en de risico’s van investeren in deze nieuwe activaklasse.
Een ander zwaarwegend kritiekpunt is de milieu-impact. De meeste NFT’s werden aanvankelijk gemint op de Ethereum-blockchain, die destijds gebruikmaakte van een energie-intensief ‘proof-of-work’ consensusmechanisme. Elke transactie verbruikte een aanzienlijke hoeveelheid elektriciteit, wat leidde tot terechte zorgen over de ecologische voetafdruk van NFT-kunst. Hoewel Ethereum inmiddels is overgestapt op het veel energiezuinigere ‘proof-of-stake’ (ook wel bekend als Eth2 of ‘The Merge’), en er alternatieve, duurzamere blockchains bestaan zoals Solana, blijft de milieu-impact een belangrijk aandachtspunt in de discussie. Daarnaast zijn er zorgen geuit over het gebruik van NFT’s voor witwassen en andere vormen van criminaliteit, en blijven er juridische onduidelijkheden bestaan rondom eigendom, auteursrecht en de handhaving van smart contracts.
Voorbij de code: de conceptuele en culturele impact
Los van de financiële en technische aspecten, is het fascinerend om te zien hoe NFT’s raken aan diepere conceptuele en culturele vragen. De technologie daagt onze traditionele opvattingen over originaliteit, eigendom en waarde in het digitale tijdperk uit. Het idee dat een uniek, onveranderlijk certificaat op een blockchain waarde kan vertegenwoordigen, zelfs voor een digitaal bestand dat elders vrij beschikbaar is, is op zichzelf al een conceptuele verschuiving. Sommige denkers trekken zelfs parallellen met de conceptuele kunst uit de jaren ’60 en ’70, die ook de rol van instituties en de definitie van een kunstwerk ter discussie stelde. NFT’s creëren in zekere zin een nieuwe, gedecentraliseerde infrastructuur voor de distributie en validatie van kunst, buiten de gevestigde kanalen om.
Het is ook belangrijk te beseffen dat NFT’s slechts één onderdeel zijn van de bredere wereld van digitale kunst, die een rijke geschiedenis kent die teruggaat tot de jaren ’60 met pioniers als Vera Molnár. NFT’s hebben deze wereld echter wel een enorme impuls en zichtbaarheid gegeven. We zien nieuwe gemeenschappen ontstaan, vaak bestaande uit een jongere, technisch onderlegde generatie verzamelaars en kunstenaars die zich buiten de traditionele kunstwereld bewegen. Tegelijkertijd zien we hoe de gevestigde orde, zoals musea en grote galerieën, nog worstelt met hoe ze zich tot NFT-kunst moeten verhouden. Er is een zekere voorzichtigheid, deels vanwege de volatiliteit en deels omdat de nieuwe ‘poortwachters’ in de NFT-wereld – vaak grote crypto-investeerders of ‘whales’ – niet altijd het culturele kapitaal bezitten dat traditioneel toegang geeft tot museale erkenning.
De balans opmaken: een blijvende verandering of een digitale luchtbel?
Dus, revolutie of hype? Naar mijn mening is het antwoord genuanceerd en ligt het ergens in het midden. De extreme hype van 2021 lijkt voorbij, en de markt heeft een pijnlijke maar misschien noodzakelijke correctie ondergaan. Veel projecten bleken inderdaad gebakken lucht, gedreven door speculatie. Maar dat betekent niet dat de onderliggende technologie en de potentie ervan volledig zijn verdwenen. De mogelijkheid om digitaal eigendom uniek en verifieerbaar te maken via blockchain-technologie is op zichzelf revolutionair en heeft implicaties die verder reiken dan alleen de kunstwereld.
Voor kunstenaars bieden NFT’s nog steeds interessante mogelijkheden: directe toegang tot een wereldmarkt, nieuwe verdienmodellen via royalties, en manieren om authenticiteit te waarborgen. De transparantie van de blockchain en de programmeerbaarheid van smart contracts zijn krachtige tools. Tegelijkertijd blijven de uitdagingen bestaan: de noodzaak van duurzamere technologieën, het bestrijden van misbruik, het navigeren door juridische complexiteit en het opbouwen van een meer volwassen en stabiele markt. Ik zie dat er initiatieven ontstaan, zoals Right Click Save, die bruggen proberen te slaan tussen de NFT-wereld en de gevestigde kunstkritiek en -geschiedenis, wat essentieel is voor duurzame ontwikkeling.
De toekomst van NFT-kunst is nog ongeschreven. Het zal afhangen van technologische ontwikkelingen, de mate waarin de technologie wordt omarmd door zowel kunstenaars als instituties, en de ontwikkeling van duidelijker regelgeving. Misschien was de eerste golf een wilde, speculatieve fase, maar de onderliggende innovatie – het creëren van schaarste en verifieerbaar eigendom in de digitale ruimte – heeft het potentieel om de manier waarop we naar digitale creativiteit en waarde kijken blijvend te veranderen. Het is een fascinerend hoofdstuk in de voortdurende dialoog tussen kunst, technologie en cultuur, een dialoog die ik met gespannen verwachting blijf volgen.