Een vorm van digitale kunst waarbij geluid gecombineerd wordt met beeldende kunst wordt sound art genoemd. Sound art werd onder meer gecreëerd in het in Eindhoven gevestigde Apollohuis van Paul Panhuysen en Remko Scha. Dit was namelijk een ruimte waar het mogelijk was om experimentele muziek, beeldende kunst en een combinatie van die twee disciplines tot uiting te brengen. Helaas bestaat het Apollohuis tegenwoordig niet meer, maar het archief is gelukkig overgenomen door het Van Abbenmuseum, dat zich ook in Eindhoven bevindt, en kan dus nog worden ingezien.
Sound art is overigens zeer nauw verwant aan de disciplines sound sculpture en geluidsinstallatie. Men spreekt van sound art als het over computerbewerkingen gaat die geprojecteerd worden op een screen, waarbij er dus geen sprake is van een ‘sculptuur’. Indien het over objecten gaat waarop men actief kan spelen dan spreekt men van een experimenteel muziekinstrument. Een aantal hele mooie voorbeelden van dergelijke kunstobjecten zijn van de hand van Harry Partch. Een exacte definitie van een experimenteel muziekinstrument is helaas moeilijk te geven.
De Bambuso Sonoro van Hans van Koolwijk is zowel een sculptuur als een experimenteel muziekinstrument. Het object is namelijk een extravagant instrument die van Koolwijk zelf live kan bespelen. Een ander voorbeeld is de ‘Tracks’-serie, die begin jaren ’80 door Relly Tarlo en Jacoba Bedaux en hun Tarlo Bedaux Productions werd gestart. Er werden een serie voorstellingen gegeven waarbij ze elk een zelf ontwikkeld instrument bespeelden. De instrumenten bestonden onder andere uit industriële buizen waardoor ballen, knikkers, kogellagers en andere ronde objecten voortgerold konden worden. Door gebruik te maken van contact microfoons werden de geproduceerde geluiden versterkt en ontstond er “muziek”.